De Nederlandse taal zonder boekje: spáár me
3 maart 2014. Terwijl ik in de auto zit met eindredacteur avant la lettre (bijna letterlijk) Hans Vos wordt me in een paar zinnen een in-zwart taaltoekomstbeeld geschetst. Met steekhoudende argumenten. Dat dan weer wel. Omdat ik de beroerdste niet ben en hier te maken heb met een ouwe rot uit het vak van wie ik wellicht nog iets kan leren (en daarbij simpelweg de auto niet uit kan), besluit ik dat er weinig anders op zit dan te luisteren.
Hans delibereert: we zullen ons in ons taalgebruik moeten aanpassen aan de grootste gemene deler. Het gaat er immers om dat lezers de geschreven taal begrijpen en niet dat wij, eindredacteuren, de taalregels in de meest pure vorm gebruiken enkel omdat het zo hóórt. Vindt Hans. Ik ben uiteraard faliekant tegen. In eerste instantie.
Stronteigenwijs
Legio voorbeelden passeren de revue. Zo zullen we in Hans’ wereldbeeld óns van alles mogen beseffen in plaats van dat we het beseffen (ho eens even: mijn volgende blog ging er juist over dat dat Echt Niet Kan). Ook vindt hij dat mensen, doordat ze het gebruik van het woord ‘doordat’ niet meer begrijpen, voortaan net zo goed en dus beter ‘omdat’ kunnen hanteren. Bovendien ontgaat het verschil tussen ‘wanneer’ en ‘als’ het gros van de mensen ook al, dus mag wat Hans betreft overal ‘als’ worden gebruikt.
En alsof dat allemaal nog niet genoeg is: 1, 2, 3 leest volgens Hans ruim prettiger dan een, twee, drie. Is althans uit onderzoek gebleken, zegt hij. Geen enkel cijfer wordt nog uitgeschreven.
Dus de taal heeft zich maar aan te passen aan de mens in plaats van andersom, vraag ik hem. En daarom moeten wij taalpuristen ons ook aanpassen? Ja, stelt Hans. Natuurlijk, voegt hij daar aan toe. Wij zijn er toch voor om taal begrijpelijk te maken voor iedereen? Het beroep van eindredacteur is dienend. Maar laat ik nu net niet zo dienend zijn ingesteld, riposteer ik, terwijl hij tegelijkertijd aanhaalt: Maar ja, de meeste eindredacteuren zijn natuurlijk stronteigenwijs. Hij heeft een punt.
En eindredacteuren die Nederlands hebben gestudeerd? Die zijn al helemaal een ander slag, claimt Hans. Sorry? Taal moet gewoon goed zijn, stel ik met de kont tegen de krib.
Daar is-t-ie weer…!
Ook blijft hij die goeie ouwe Renkema, auteur van de bijbel der Nederlandse Taal De Schrijfwijzer, maar aanhalen. En wie ben ik om tegen Mister taalregels himself in te gaan? Het zet me aan het denken. En zonder daar al te lang mee bezig te hoeven zijn, ken ik zelf ook wel een tergend voorbeeld: welke. Waarom gebruiken hele volksstammen nog steeds het archaïsche ‘welke’ in plaats van ‘die’ als ze plegen een formele tekst te bezigen in de geschreven taal: ‘De kamer welke…’ Echt waar: ‘De kamer welke…’? Uit welke grot hebben ze dat voornaamwoord opgediept?
Ik ben dus half om. Half, want dan begint Hans over – zit u goed: hun hebben. Zo Amsterdams als wat, volgens hem, en blijkbaar met verstrekkende invloed op de rest van ons land. ‘Hun hebben’ mag van Hans dan ook gemeengoed worden. Godbetert. Daarom doe ik een oproep: zuidelijke volkeren verenigt u (wie had dat ooit gedacht, opgegroeid als ik ben tussen tien verschillende dialecten – maar ook dat is een andere blog) en voorkom dat we ‘hun hebben’ gaan zeggen. En volhard.
Er zijn grenzen
Maar Hans zou Hans niet zijn als hij niet nóg meer zou aanhalen: zinnen, die mag je tegenwoordig rustig met ‘en’ beginnen. Waarvan akte. En zeker ook met ‘maar’. Prima. En niet te vergeten met ‘want’. Want, stelt Hans, dat ‘hun, Neerlandici’ dat toevallig anders hebben geleerd, daar heeft hij geen boodschap aan. En de Nederlandse lezer al helemaal niet. O nee, Herr Vos, er zijn grenzen, zinnen beginnen niet met ‘want’. Ik zou bijna geneigd zijn er een onderzoek op los te laten.
Dus ik weet het goed gemaakt Hans, een compromis: ik zal me (over het algemeen) aanpassen aan de wet van de overmacht, maar dan mag ik zelf wél blijven proberen te schrijven volgens het boekje. Kan ik toch fijn deze blog behouden.
Zit jij met je handen in het haar vanwege een taalkwestie waar je niet uitkomt, of heb je een taalergernis die je wilt delen? Ik hoor het graag, want ik duik er graag dieper in en zal hem zeker belichten.