De Nederlandse taal: het verschil tussen kennen, kannen, kunnen we niet!
Er is weinig irritanter dan mensen die anderen continu verbeteren. Eigenlijk alleen mensen die ook nog eens Nederlands hebben gestudeerd en je corrigeren. Reden waarom ik in deze eerste blog een aantal misverstanden uit de wereld wil helpen en meteen de kans wil grijpen om uit de doeken te doen wat ik wel beoog.
Als Neerlandica ben ik me er uitermate van bewust dat ik mensen vooral niet moet gaan lastigvallen met d’s en t’s, laat staan met dt’s. Met groter als – of was het groter dan? En ook dat ik mensen vooral ‘zich’ iets moet laten beseffen. Commentaar daarop zul je uit mijn mond niet horen. Tenzij iemand het me vraagt natuurlijk. Zo heb ik een vriendin in nood ooit op verzoek van haar vastgeroeste ‘groter als’ afgeholpen.
Taalgevoelig
Met deze blog wil ik dus niet de overcorrecte redacteur uithangen. Wel wil ik graag mijn liefde voor onze mooie taal delen. Evenals mijn bevindingen met wat tegenwoordig ‘de moderne taal’ wordt genoemd en het idee dat daarin zo veel meer fouten zouden worden gemaakt dan vroeger. Is slecht taalgebruik immers niet van alle tijden?
Natuurlijk vallen fouten me wel op. En dat is maar goed ook als eindredacteur. Daarbij ben ik misschien wat taalgevoeliger dan de gemiddelde medemens. Dus wanneer er dingen in de Nederlandse taal worden gezegd of geschreven die niet écht fout zijn, maar die wel veel mooier zouden kunnen, is het nogal eens zo dat ik een weeïg gevoel in mijn maag krijg.
Weer wat geleerd
Nu weten jullie dus wat voor vlees je in de kuip hebt (een niet-corrigerende Neerlandica met een voorliefde voor spreekwoorden). En om deze eerste blog niet alléén maar te gebruiken als voorstelrondje, zal ik meteen een ergernisje uit de doeken doen.
Mijn studiekeuze – Nederlandse Taal- en Letterkunde, afgekort tot het veel makkelijkere ‘Nederlands’ – levert in zeker de helft van de gevallen als reactie de weinig originele grap op: Maar dat kan je toch al? Een afgezaagd, maar niet fout antwoord. Wel zou mooier zijn: Maar dat kún je toch al? Beter voor mijn maag ook.
Zo schrijft Onze Taal: ‘Je kunt je inschrijven’ krijgt meestal de voorkeur, maar ‘Je kan je inschrijven’ is zeker niet fout. En zo geef ik zelf ook de voorkeur aan ‘je zult’ boven ‘je zal’, en zeker aan ‘je wilt’ boven ‘je wil’. Sterker nog, tot deze blog en tot ik dus de geïnstitutionaliseerde deskundigen erop ging naslaan, was ik ervan overtuigd dat ‘je wil’ fout was. Weer wat geleerd.
De Schrijfwijzer en de Taalbaak zien daarbij een betekenisverschil tussen ‘je kan’ en ‘je kunt’, ‘je zal’ en ‘je zult’ en ‘je wil’ en ‘je wilt’. Als voorbeelden geven ze:
(1a) Dat kan je niet maken. (men kan dat niet maken, gericht tot niemand in het bijzonder)
(1b) Dat kun je niet maken. (directer gericht tot een jij)
(2a) Je zal dit zelf moeten opknappen. (stel je toch eens voor dat je dat zelf zou moeten opknappen)
(2b) Je zult dit zelf moeten opknappen. (het is je eigen schuld, je moet het nu maar zelf opknappen)
Marginaal verschil
In het verlengde van dit alles vind ik de zinsnede die Pascal Griffioen, alias Def P, van Osdorp Posse* rapt elke keer weer een mooie: ‘… en het verschil tussen kennen, kannen, kunnen we niet!’ Hij doelt hiermee weliswaar op ‘de Amsterdamse taal’, maar ik hoor deze zin telkens als iemand iets kan of zal in mijn hoofd.
Goed, de kop is eraf, mijn eerste blog is geschreven. Rest me alleen nog te zeggen dat ik natuurlijk ook graag help bij prangende taalkwesties. Dus heb je een vraag: kom maar op. Ik zal mijn uiterste best doen om daar een eenduidig antwoord op te geven en heb er zin in!
* Voor de wat jongere lezers, en sowieso degenen die nog nooit van de Osdorp Posse hebben gehoord, quote ik Wikipedia even: de Osdorp Posse was een hiphopgroep uit Amsterdam Nieuw-West. Zij waren de eerste die de term nederhop gebruikten en worden in Nederland algemeen erkend als de voorvaders van Nederlandstalige hiphop.
Heeft u taalvragen of -kwesties? Ik ben benieuwd en wijd er graag een blog aan.